Gezin Grijsaart
Leendert Grijsaart
Amsterdam, 23 augustus 1894 - Mauthausen, 24 oktober 1941
Keetje Grijsaart-Lopes Dias
Amsterdam, 19 mei 1897 - Auschwitz, 25 januari 1943
Barend Grijsaart, Rotterdam
28 oktober 1920 - Auschwitz, 28 februari 1943
In juni 1939 wordt Barend Grijsaart in het kader van ‘gezinsverpleging’ opgenomen in het gezin van Abraham Polak (1894-1943) en Mina Polak-Hoogstraal (1897-1943).
Het was niet eenvoudig om een geschikt adres te vinden. Gezinsverpleging is een tussenstap tussen wonen in een inrichting en terugkeren naar het gezin, familie of op een andere wijze buiten de zorginstelling verblijven.
Barend moet om de zondag naar het schooltje op het terrein van Paedagogium Achisomog. Pleegvader Abraham helpt Barend te sparen voor eigen gereedschap; een deel van het loon dat Barend krijgt, wordt door Abraham in een ‘potje’ bewaard. Vijfentwintig cent van zijn weekloon wordt voor het gereedschap opzijgelegd. Vijftig cent is vrij te besteden en de overige f 2,75 wordt op zijn spaarbankboekje bijgeschreven. Dit blijkt in de praktijk allemaal net te krap en zijn financiën worden al helemaal in de war geschopt als Barend zijn fietsplaatje (een vorm van belastingheffing) kwijtraakt. Het bestuur van de voogdijvereniging komt hem tegemoet en verhoogt zijn zakgeld met vijftien cent, waarvan hij telkens vijf cent moet terugbetalen voor het belastingplaatje. Het extra zakgeld dat Barend nu te besteden heeft, gebruikt hij dankbaar voor het kopen van een betere kwaliteit sigaretten. Namens de voogdijvereniging wordt Barend hierop aangesproken: je kunt het extra geld ook opsparen voor iets groots, iets nuttigs of reserveren als buffer.