Abraham van de Kar
Abraham van de Kar
Rotterdam, 11 mei 1922 - Auschwitz, 25 januari 1943
Abraham loopt in juli 1942 opnieuw weg. Zijn begeleiders denken dat hij met de trein naar zijn moeder in Rotterdam is gegaan. Het politierapport omschrijft Abraham als volgt: normale lengte, kort blond haar, grijze ogen, sluw gezicht, gekleed in met grijs colbert met lage zwarte schoenen. Abraham blijkt inderdaad naar Rotterdam te zijn afgereisd en wordt daar door de politie aangehouden. Per trein wordt hij door een Rotterdamse of Apeldoornse agent teruggebracht naar het Paedagogium. Het Apeldoornsche Bosch is akkoord met de kosten die dat met zich meebrengt.